Filos Verslag

2019

ervaringen, geheugen en identiteit

Wat is iemands identiteit en het ontstaat het? Is er een relatie tussen ervaringen, geheugen en identiteit. Een eerste gedachte is dan: je zou zeggen van wel. Onze ervaringen maken we zijn en hoe we de wereld beschouwen. Uiteraard speelt ook onze verschijning een rol; groot of klein, globale leeftijd, sekse en lichaamsbouw. Deze zijn natuurlijk ook weer bepalend voor de ervaringen die we hebben en de wijze waarop anderen (terecht of onterecht) ons bejegenen.
Is identiteit is van jezelf of is dat iets wat een ander aan je toekent? Als het om de eigen ervaringen en de herinningen daarvan gaat, dan is dat de identiteit voor ons zelf, niemand kent die herinneringen en zeker niet tot in detail. Het is overigens maar de vraag of we ons eigen ervaringen en herinneringen tot in detail kennen. Ons geheugen is zeker niet feilloos en deze is vast gevuld met hiaten (gaten).

Laten we om te beginnen een onderscheid maken tussen de eigen identiteit die iemand zelf ervaart en de identiteit zoals deze door anderen gezien wordt. Deze laatste leggen we (even) naast ons neer.
De eigen identiteit, die ieder van zichzelf rust voor een belangrijk deel op ons autografisch geheugen: ze bestaat uit een persoonlijk episodisch verhaal - een op eenschakeling van gebeurtenissen die we onthouden (of niet), of die ons verteld zijn. Het bevat ook informatie over de tijd en plaats waarin het allemaal heeft plaatsgevonden. En sommige plaatsen hebben zelf een emotionele lading gekregen omdat er iets vervelends of iets heel leuks gebeurd it. Je zou het een hele stapel foto’s kunnen noemen en het verhaal dat al die foto’s aan elkaar verbindt.

Toch is dat niet het enige wat meespeelt: we hebben niet alleen een geheugen voor gebeurtenissen, maar ook een geheugen voor kennis, we hebben een spiergeheugen en een geheugen voor geuren. En dit is alles is vaak niet bewust aanwezig, we vergeten dingen en we bedenken er dingen bij. Je zou bijna kunnen zeggen dat er een hoge mate van fictie in besloten ligt. Waarbij de hele constructie onbewust en zonder intentie plaatst vindt.

Het leuke is dat we allemaal weten dat we door de tijd (door de jaren heen) veranderen. En dat we ook van standpunt veranderen en dat dat we waarderen in onszelf, in anderen en in de wereld verandert ook. Toch bouwen we hier een eenheid van. Tijd en plaats spelen ook hierbij een belangrijke rol. En dat is maar goed ook; we mogen van standpunt veranderen en soms willen we dat ook vergeten. Als we ons eigen verhaal vertellen, kunnen we daarover zwijgen. Internet maakt het wellicht wat moeilijk om te zwijgen, alles wordt bewaard.

Je zou kunnen zeggen dat de gebeurtenissen in een mensenleven iets willekeurigs hebben, maar omdat ze van één individu zijn, ze toch een eenheid hebben, een geheel dat uniek is voor één persoon. Niemand heeft dezelfde ervaringen en gebeurtenissen. En de persoonlijke geschiedenis (die identiteit) maakt ook weer dat ieder op zijn eigen manier een gebeurtenis beleeft. Een identiteit is dus heel uniek. Waarbij we ons zelfs kunnen afvragen of we die specifieke identiteit wel kunnen kennen.

Het bijzondere is eigenlijk onze eigen identiteit voor ieder van ons vooral een mentaal fenomeen is, wat we kunnen delen en/of verzwijgen. Dit eigene is echter nooit zichtbaar voor ieder ander. Zoals we de ander beschouwen, zo kunnen we nooit onszelf beschouwen en zoals we onszelf beschouwen zo kunnen we nooit een ander beschouwen. Ik ben net als iedereen een mens, maar niemand kan mij beschouwen zoals ik mijzelf beschouw. En det geldt voor iedereen. Iedere ander is vooral een fysieke verschijning die kan verhalen of zijn of haar leven en overtuigingen en waar ik ervaringen mee kan delen, maar ik verschijn voor mijzelf vooral als een mentale verschijning.

John Locke beschrijft de mens als een onbeschreven blad en alles wat je erop zet, via ervaringen, maakt wat die mens is en worden zal. Ook bij Spinoza zien we een soort optelsom van ervaringen (aandoeningen) die maken dat iedere mens op unieke wijze op nieuwe aandoeningen reageert. Worden we nu louter gevormd door onze ervaringen? Is onze identiteit het gevolg van nurture (al of niet gepland / gewenst) of speelt aanleg hierbij ook nog een rol? Onze verschijning is van invloed op de wijze waarop andere ons bejegenen. Onze ervaringen maken dat we dingen op een bepaalde manier interpreteren, duiden en/of verwachten.

Dit alles klinkt wel enigszins fatalistisch, kunnen we nog wel invloed uitoefenen op wie we zijn? Deels wel, denk ik, we kunnen immers blij zijn met wat we doen, of juist niet bij, maar het is veel moeilijker om de gebeurtenissen om ons heen, in eigen hand te houden. Ook hebben we niet volledig in de hand hoe anderen op ons reageren. De identiteit wordt gevormd in een wereld tussen andere mensen en dat alles in een wisselwerking. We voelen ons ergens thuis - of niet -, we voelen ons in- of juist buitengesloten. Alles is van invloed op het verhaal van ons zijn. Sommige dingen willen we vergeten en sommige dingen kunnen we maar niet onthouden. En dat hele pakket vormt een identiteit die we als geheel maar nauwelijks kunnen kennen. Zelfkennis krijgt zo een heel bijzondere vorm. In hoeverre kennen we alles wat deel is aan het eigen zijn, aan de identiteit? Kunnen we wel een volledig beeld van onszelf krijgen? En is dat erg?

Het beeld dat geven aan anderen kan ook nog eens heel erg variëren. Je zou kunnen zeggen dat we in verschillende situaties een rol spelen. Als echtgeno(o)t(e) zijn we anders dan op ons werk, als kind weer anders dan als ouder. In iedere levensfase spelen we meerdere rollen. We laten dus altijd maar een klein stukje aan de wereld zien. De ander (her)kent ons aan onze uiterlijke verschijning en in de rol van het moment. Zo kan het gebeuren dat je iemand in een andere context niet herkent of je zelfs afvraagt ‘waar ken ik die persoon ook al weer van’. We zijn niet alleen voor onszelf tijd en plaats bepaald de ander is dat ook voor ons.

De enige constante factor zijn we zijn, of toch op zijn minst dat wat we als ‘zelf’ ervaren. Een ik reist door de tijd en maakt alles mee, en hoewel die ik niet constant hetzelfde is, sterker nog: altijd verandert is het de constante factor in de ervaringen en gebeurtenissen.

Dit beeld van identiteit problematiseert het niet. We hebben het niet over gespleten persoonlijkheden, jezelf worden of bij jezelf bijven. Het is een ontwikkeling in tijd en ruimte die nooit af is en die constant verandert. Het is narratief - verhalend. We schrijven het terwijl we leven. Je kunt je dan nog afvragen met wie je in gesprek gaat, als je met jezelf in gesprek bent, maar je kunt bedenken dat je je dat ook zelf bent. Het praten met en in jezelf is dus wezenlijk anders anders dan het praten met een ander. Je spreekt, wanneer je met jezelf in gesprek bent, met iemand die identiek is aan jezelf, in het tweede geval - het gepprek met de ander - spreek je met iemand die wezenlijk van je verschilt. Het gesprek met jezelf is een gesprek met een vorm van verbeelding, het gesprek met de ander gaat je verbeelding te buiten. Je kunt je bij het gesprek met een ander wel weer afvragen of je de ander goed begrijpt.

Het verlies van herinneringen (geheugenverlies) zorgt net zo goed voor veranderingen in de identiteit als het opdoen van nieuwe ervaringen en beide hebben we maar tot in beperkte mate in de hand. Sommige dingen willen we vergeten - maar dat lukt niet - en als we het vergeten zijn, dan weten we het niet meer. De ervaring blijft een ervaring.
Comments

het tentoonstellen van nazi-kunst en -design

De ingebrachte onderwerpen

Nazikunst en nazi-design mag je dat tentoonstellen?
bestaat er foute kunst?
bestaat er fout design?
Is er ook nog andere kennis dan wetenschappelijke kennis? Wetenschappelijke kennis: kennis die empirisch getoetst kan worden. Bij andere kennis valt bijvoorbeeld te denken aan: Antroposofische kennis, Alchemie, Esoterie en/of intuïtieve kennis.
Wanneer is persoonlijke contact tussen mensen een vriendschap?
Hoe herkent vriendschap zich?
Wat is broederschap?
Hoe verhoudt de Nashville-verklaring, en het ondertekenen hiervan door een politicus, zich tot vrijheid van meningsuiting en de scheiding tussen kerk en staat?
Hoe privé is je DNA? Wie mag wel/niet inzicht hebben in je DNA?
Epigenetica: kun je jezelf maken?
Nature versus nurture
https://nl.wikipedia.org/wiki/Epigenetica
De zin en onzin van Veganisme
Kun je andermans brein kennen?
Bezien vanuit de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie en biotechnologie.

Nazikunst en nazi-design mag je dat tentoonstellen?

Na stemming viel de keuze op: nazi-kunst en nazi-design mag je dat tentoonstellen? Ook vriendschap haalde veel stemmen.
Het Stedelijk Museum van ’s-Hertogenbosch heeft een tentoonstelling gepland met propagandamateriaal betreffende het Derde Rijk. Het draait om alle vormgeving die werd ingezet om de ideologie aan de man te brengen. En dit kenmerkte zich door uitgebreidheid en doeltreffendheid. Het werd tot in detail doorgevoerd, zelfs op luciferdoosjes.

Is het design en zijn de afbeeldingen verwerpelijk omdat het doel wat ermee gerealiseerd werd verwerpelijk was? Is de reclameposter van de ene politieke partij verwerpelijker dan van de andere politieke partij?

Moet design altijd worden beschouwd in het licht van het doel, of in het licht van de opdrachtgever of maker?
Mag je nog naar "House of carts” kijken nu de regisseur in opspraak is gekomen vanwege #metoo? Is de muziek van Wagner besmet omdat hij korte tijd bevriend is geweest met Hitler en veel Nazi-topstukken zijn muziek geweldig vonden? Is de idee van Heidegger verwerpelijk omdat de denker ook het nazi-gedachtegoed ondersteunde?

Kun je reclame voor de hitler-jügend net zo neutraal bekijken als reclame voor Calvé sla-olie, Camel sigaretten, VW kevers en/of coca-cola? Zijn de Duitse films uit de jaren 30 van de vorige eeuw, niet van hetzelfde kaliber als de Amerikaanse films ten tijde van de golfoorlog, waaronder Saving Privat Ryan ter verheerlijking van oorlog of de Disney films die allemaal eenzelfde sfeer en (westerse) leefstijl voorstaan? De nazipropaganda werd zeer contentieus doorgevoerd, tot en met kinderboeken, lesmateriaal, speelgoed en luciferdoosjes.

Draait het om de boodschap, de maker, de doelstelling of het design als design. Draait het bij design, niet net zoals bij elke andere uiting in het publieke domein dat deze moet passen binnen de grenzen van vrijheid van meningsuiting. Dus niet: het aanzetten tot haat en/of geweld en ook geen lasterlijke uitspraken?

Design, ook wel toegepaste kunst, heeft een tendentieus aspect in zich. De kunst moet een doel realiseren en, zeker in de reclame uitingen, wordt de werkelijkheid mooier voorgespiegeld dan ze is en/of waarheden verdraait. Geldt dit tendentieuze niet ook voor andere kunsten; foto’s worden opgepoetst, realistische kunstenaars nemen hun artistieke vrijheid om de wereld naar hun hand en doelstelling te zetten?
Even terug naar de vraag: Kun je nazi kunst, -films, en -propaganda materiaal tentoonstellen in een museum? Het betreft een design museum. dus een museum dat ook allerlei andere toegepaste kunst ten toon stelt. De curator geeft aan dat het geheel wordt ingekaderd: om te laten zien, hoe het werd toegepast en met welk doel. Niet ter verheerlijkingen, en ook niet zonder toelichting. Is een dergelijke omlijsting noodzakelijk? In hoeverre moet het hakenkruis op de achtergrond worden uitgelegd als verwijzend naar een specifieke verwerpelijke ideologie. De swastika is een symbool dat veel verder rijkt en ook veel ouder is dan Nazi-duitsland.

Veel van de nazi-propaganda bevat echt niet altijd een verwijzing naar jodenvervolging, rassenleer of het streven naar het zuivere arische ras. Er is een verhaal voor nodig om het in die specifieke context te plaatsen en als zodanig te zien en te begrijpen. De afbeeldingen zelf zijn classicistisch en voor de ruimtelijke verhoudingen wordt gebruik gemaakt van de gulden snede. Wat blijft er van de toegepaste kunst over als de achterliggende boodschap er niet bij gegeven wordt? Heeft het dan nog een politieke en/of ideologische waarde?



bron afbeeldingen: wienerlibrary.co.uk

Eén van de commentaren op de aangekondigde tentoonstelling is dat er opnieuw verheerlijking van het nazi-ideaal zou kunnen ontstaan door het zien van de afbeeldingen. We vragen ons wel af of hier niet veel meer voor nodig is omdat buiten het museum diezelfde marketing nu ontbreekt, dit in tegenstelling tot de jaren 30 van de vorige eeuw. Het succes van de boodschap is de herhaling en die herhaling ontbreekt wanneer je het bekijkt in het museum. Het museum zelf is een geïsoleerde omgeving. Vanwege de gevoeligheid is het wellicht wel heel begrijpelijk dat een toelichting wordt gegeven? Maar waarom dan alleen nazi-specifiek en niet marketing specifiek? Het heeft best iets heel indrukwekkends dat alles in het leven aan beeld, tekst en geluid doordrenkt werd met dezelfde symbolen en boodschappen. Belangrijke dingen in een lezing dien je drie keer te noemen, dan onthouden mensen dat, Deze propaganda was veel doordringender dan dat, hoe sterk met je als mens zijn om hier weerstand tegen te bieden?

Het is echter niet eenvoudig om een kader te ontwikkelen op grond waarvan bepaald kan worden of dergelijke toegepaste kunst wel of niet getoond kan / mag worden. Wat is maatgevend? De intentie van de maker? De intentie van de opdrachtgever? Dat wat de afbeelding toont? De doelstelling waarmee de afbeelding gemaakt is? De sociaal maatschappelijke consequenties? De geschiedenis waar het deel van uit maakt? Het boek Mein Kampf mocht alleen uitgegeven worden met een hele hoeveelheid voetnoten. Het lijkt dan om de historische context te gaan.

Kunst en dus ook toegepaste kunst heeft altijd een tijdsaspect in zich. Huisstijlen en beeldmerken en de reclames die daaromheen staan tonen ook altijd een tijdsbeeld. Is het überhaupt mogelijk om kunst te begrijpen zonder de sociaal culturele context? Als deze niet bekend is, dan blijft er louter mooi of niet mooi over? Op één of andere manier speelt de betekenis van de (toegepaste) kunst ook een rol bij de waardering ervan. Zo bezien speelt dus in de tentoonstelling over toegepaste kunst in de tijd van Nazi-Duitsland die context weldegelijk een rol. Het risico bestaat dat we de context zo belangrijk wordt dat we niet belangeloos naar de uitingen kunnen kijken, omdat we deze alleen nog maar in de context kunnen beschouwen.

Toegepaste kunst heeft vaker (altijd?) een boodschap (of een functie) buiten de (kunst)uiting zelf. Onze waardering voor die boodschap (of functie) draagt dus in hoge mate bij aan de waardering van het geheel. Ons denken kan dat misschien wel niet los van elkaar zien. Het zou op zich ook best heel interessant zijn, voor een design museum, om de invloed van toegepaste kunst in ons dagelijks leven te belichten, niet alleen in de jaren dertig in Duitsland, maar algemeen: hoe wordt ons dagelijks leven gekleurd (en bepaald) door de boodschappen die ons met behulp van toegepaste kunst bereiken? Onze levensstijl ligt in al die boodschappen besloten.

Censuur staat tegenover vrijheid van meningsuiting. Er moeten wel heel zwaarwegende argumenten zijn om over te gaan tot censuur. Er moet dan wel heel veel maatschappelijke onrust ontstaan, of aangezet worden tot haat. Posters die aanzetten tot haat zijn niet echt gewenst, zelfs niet in een museum, ook niet met een verhaal. Hoogstens in een historisch museum, niet in een design museum of een museum voor schone kunsten. Maar ja, dat is geen censuur, dat is bij wet vastgelegd. Censuur of zelf-censuur zou in een vrij land niet aan de orde mogen zijn. Overigens wil dit niet zeggen dat er niet zoiets bestaat als een taboe en dat ligt daar toch dicht in de buurt.
Het lijkt ons wel wat als de curator, Timo de Rijk, ons komt uitleggen wat zijn overwegingen zijn en dat hij hier samen met ons over wil nadenken.
Comments

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en geanonimiseerd.

Aristeia maakt dit mogelijk