Filos Verslag

waarheid en relativering

Deze week viel onze keuze op “De waarheid en het relativeren van waarheid”. Over het bestaan en het belang van waarheid en werkelijkheid.
Het onderwerp is mede ingegeven door de film “The Matrix” en het boek “Het belang van de waarheid”.

“Als ik dood ben, dan bestaan jullie ook niet meer”. Doorgaans zeggen we dit anders “als ik dood ben, besta ik niet meer”, maar is die eerste niet net zo goed waar? In hoeverre besta je (nog) als ik (of iemand anders) niet niet (meer) kan waarnemen, bedenken of herinneren? Waar meet je de waarheid aan af? Is waarheid hetzelfde als werkelijkheid (waarheid=werkelijkheid)? Bestaat waarheid eigenlijk wel? Is waarheid deel van de werkelijkheid? Moet er waarheid zijn?

Filosofen en denkers houden zich al eeuwen bezig met waarheid en werkelijkheid. Nietzsche stelde de vraag “maar waarom toch die waarheid?” Waarom zijn we als mens toch continue bezig met waarheid, waarheid zoeken en waarheid spreken. Deze vraag wordt vooraf gegaan door de volgende constatering “het is niet onwaarschijnlijk dat ik mij ik mij vergis”.

Is het wijs om aan waarheid verschillende namen te geven? Wanneer we godsdiensten beschouwen, die alle claimen de waarheid te bezitten, dan is het wellicht heel verstandig om de waarheid verschillende namen te geven. Dan zijn er verschillende namen (Goden) voor dezelfde waarheid.

Is waarheid iets wat mensen afspreken?
Wetenschappelijke waarheid gaat over methoden, de mogelijkheid het onderzoek over te doen wat ten alle tijden leidt tot dezelfde conclusie. Wetenschap vraagt ook om het falsificatie-principe (Popper). Onderzoeksstellingen moeten zodanig geformuleerd zijn, dan ze falsifieerbaar zijn. Dat het ‘relatief eenvoudig’ moet zijn om de stelling te weerleggen. Een stelling ‘alle zwanen zijn wit’ kan eenvoudig gefalsificeerd worden door een niet-witte zwaan te tonen. De stelling bijna alle zwanen zijn wit is niet te falsificeren, omdat je hiertoe alle zwanen zult moeten verzamelen. Bovendien is de zinssnede ‘bijna alle’ niet te operationaliseren. Om hoeveel procent gaat het dan? En ook de stelling ‘niet alle zwanen zijn wit” valt niet te falsificeren.

Waarom willen we weten wat waar / de waarheid is?
De mens wil graag weten hoe de wereld in de elkaar zit. Een gevoel van controle, niet overgeleverd zijn aan het toevallige, voorspelbaarheid van de leefwereld.

Geen enkele samenleving kan leven zonder paradigma’s. Zonder ideeën die door iedereen voor waar gehouden worden. Zo lijkt het erop dat waarheid een afspraak is of een consensus. Het is eerder een stilzwijgende / onwetende overeenstemming; het is een onbewust proces. Mensen groeien op met specifieke waarheden. De inhoud van die ‘waarheden’ kan door de tijd veranderen. Soms kost dat moeite, soms wordt de brenger van de boodschap verketterd en/of omgebracht. Veranderen van waarheid gaat niet altijd zonder slag of stoot. Waarheden worden zo een ordeningsprincipe tot het niet meer werkt.

Wat is waar?
Gaat dat over een uitspraak, die in overeenstemming is met de werkelijkheid?
Gaat dat louter over de werkelijkheid?
Gaat dat over een (persoonlijke / individuele ) beleving van die werkelijkheid?
Gaat het over overeenstemming tussen mensen?

Wanneer we waarheid beschouwen in relatie tot een schip en hoe deze beladen moet worden en met hoeveel deze beladen kan worden, dan wordt waarheid een overeenstemming tussen woorden en feiten. En het is betrouwbaar zolang het schip iet zinkt (en de laadbaarheid niet wordt overschreden). De kans dat het schip overladen wordt is niet zo groot, het valt dus moeilijk te toetsen of de waarden inderdaad de maximale belading aangeven.

In de tijd zijn er nogal wat verschillende perspectieven op waarheid geweest.
Waarheid als beschrijving (en evt. onderverdeling) van dat wat is.
Een redenering kan logisch waar/juist zijn. Dit is dan volgens de regels van de logica, maar dat zegt niets over de relatie tussen dat wat beredeneert wordt en dat wat in de werkelijkheid aanwezig is.
Alle kippen begrijpen logica
Sommige katten zijn kippen
ware conclusie: sommige katten begrijpen logica.

Bacon wilde de wetenschappelijke waarheid van alles onderzoeken, waarin waarheid absoluut en instrumentalistisch; zoals bijvoorbeeld de ideale groeiomstandigheden voor graan. Alles diende onderzocht te worden, zoals het is, en zoals het ten dienste van de mens ‘gemaakt’ kan worden. Hiertoe behoorde ook de dingen die niet werken of juist slecht voor de mens(heid) zijn. De wijzen moesten uitmaken wat wel en niet openbaar gemaakt kon/mocht worden.

Locke wilde vooral zijn schip veilig stellen, hij vond het niet nodig om te weten hoe diep de zee was. Bij Locke komt dan de vraag op welke kennis is relevant. De huidige discussies of wat al dan niet gezond is / goed is voor de samenleving / bijdraagt aan een gezond leefmilieu tonen hoe moeilijk het is om een onderscheid te maken tussen relevante kennis en irrelevante kennis. Welke informatie moet je meenemen in je afweging/onderzoek en welke niet.

Het blijkt in afwegingen, het wegen van argumenten door mensen dat ze eerdere ideeën meewegen. Het is zelden een logische redenatie met een objectieve afweging. Als advocaat kun je, net als de aanklager, de rechter primen; hem voorzien van een denklaagje waardoor je voorstel/pleidooi succesvoller landt en het vonnis ‘beter’ is voor de persoon die je behartigd. Het blijkt relatief eenvoudig om het denken van de mensen voor te bewerken waardoor ze makkelijker voor het een kiezen dan voor het ander.


blog comments powered by Disqus

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en geanonimiseerd.

Aristeia maakt dit mogelijk