Filosofie
De filosoof van Rembrandt
10/02/15 13:02
Nog niet zo lang geleden stuitte ik op een schilderij van Rembrandt waarin een oude man wordt afgebeeld, zittend aan een tafel bij het raam en met achter hem een wenteltrap. Het schilderij draagt de titel ‘de filosoof’. Je zou eerder verwachten dat het de titel ‘de oude filosoof’ zou dragen dan de ‘de filosoof’. Ik verwacht toch dat menig filosoof zich moeilijk met de man op deze afbeelding zou kunnen identificeren. Maar misschien verwijst de titel ook niet naar de man bij het venster, maar verwijst de titel naar de wenteltrap op de achtergrond of wellicht naar het venster waar het licht zichtbaar is.

De filosoof - Rembrandt
Er wordt niet vaak iets gezegd of geschreven over de methode van de filosoof. Het is natuurlijk vrij algemeen bekend dat de Logica een belangrijk deel is van de methodiek van de filosoof, maar verder verkeert het denken van de filosoof, hoewel hij op zoek is naar waarheid - gesymboliseerd door het licht - zich zelf in grote duisternis. En ook wanneer ik bij mezelf te rade ga: hoe denk ik? hoe kom ik op ideeën? hoe kom ik tot een samenhangend verhaal rondom een onderwerp, dan vind ik het ook moeilijk om dat te doorgronden.
Er is een naam voor het onderzoek dat zich bezig houdt met de kunst van het vinden: de Heuristiek. Ze zoekt dus de weg naar de manier waarop wij als mens tot gedachten komen, de manier waarop een mens zijn eigen gedachten vindt. Gaat het om vinden of om ontstaan? Volgens mij draagt het werkwoord vinden in zich dat het gezochte al bekend is, maar dat we het even kwijt zijn. Nieuwe ideeën waren naar mijn idee echter niet eerder aanwezig. Ze doen mij altijd een beetje aan Lampje van Willie Wortel denken, een soort eureka moment. Iets bedenken wat ik nog niet eerder bedacht heb, waardoor inzicht, begrip of verduidelijking ontstaat. Het werpt een nieuw licht op het zijn of niet-zijn. Nieuwe ideeën ontstaan dus, komen boven drijven, maar waren eerder niet bekend (ten minste niet voor de persoon) en kunnen derhalve niet gevonden worden.
Maar dat verandert nog niets aan het onderzoeksterrein van de heuristiek. Ze wil doorgronden hoe we als mens tot ideeën komen. En dat is eigenlijk best een interessant fenomeen. Ik weet het namelijk ook niet. Hoewel… Er zijn wel een paar stappen die ik altijd doorloop. Eentje daarvan is dat ik voor mijn fysieke en inmiddels ook virtuele boekenkast ga staan dralen en turen. En fysiek is dit makkelijker dan virtueel. De namen en de titels zetten dan allerlei deurtjes open in mijn hoofd waardoor de inhoud van de boeken komt bovendrijven er er allerlei associaties ontstaan, al dan niet gerelateerd aan het onderwerp. Zo blijf ik als het ware om het gezochte heen draaien en krijgt het haar eerste vorm, zij het vaak nog heel diffuus.
De associaties zetten weer aan tot een nieuwe zoektocht, waarbij ik opnieuw mijn boekenkasten raadpleeg en de boekenkasten van een ander betrek. Ik ga lezen en frommel al mijn gedachten in een mindmap en zo vormt zich dat wat ik nog niet wist.
Maar toch is dat niet de enige weg. Ik ken nog een andere weg: de weg van het schrijven, tekenenen en mindmappen. Gewoon gaan zitten en schrijven, en dan stromen er allerlei woorden uit mijn vingers. Woorden die samen zinnen vormen en die uiteindelijk een idee weergeven. Vaak zonder dat deze gedachten er eerder waren. Door erover na te denken, scherpen de gedachten zich weer aan, en komt de kern of de kernen bovendrijven.
En spelen mijn gemoedstoestanden en emoties hierbij ook een rol? Uiteraard! Hoewel ik nog niet zo goed weet op welke manier. Uit een boze Jacomijn ontspruit een andere tekst dan uit een blije Jacomijn; niet beter, niet slechter, maar duidelijk anders. De toon is ook anders. Een toon die ook later nog terug te vinden is, maar dan vaak niet als boos voelt, misschien wel en tikkeltje strijdvaardig. Vaker wordt mijn emotie gekenmerkt door nieuwsgierigheid, en een tikje gedrevenheid op resultaat. Nog vaker komen de meest bijzondere ideeën op terwijl ik juist niet meer bezig ben met het zoeken, maar ze ontstaan terwijl ik kook, het gezochte communiceer met anderen, aan het wandelen ben, of tijdens het autorijden naar mooie muziek luister.
Wat wellicht nog het meest bijzondere van dit proces is, is dat ik kan concluderen dat de methode niet tot een vastgesteld resultaat leidt. Wat er uit komt is bij voorbaat volstrekt onbekend. Al doende ontstaat er iets nieuws.
Het schilderij van Rembrandt bevat dus twee belangrijke aspecten van de de weg van de filosoof om te komen tot nieuwe gedachten, ideeën, die meer inzicht geven in het zijn en niet-zijn. Ze bevat namelijk het venster, het symbool van het ware en het goede, dat waarna de filosoof op zoek is. En ze bevat de methode, de weg van het zoeken: de wenteltrap. Door er omheen te draaien ontstaan inzicht en nieuwe ideeën. En net als bij de wenteltrap blijft de eindbestemming buiten zicht. Het is alleen raar dat Rembrandt er zo’n oude man bij geschilderd heeft, maar dat is waarschijnlijk omdat het anders zo’n leeg - en voor vele mensen - een betekenisloos schilderij zou worden.

De filosoof - Rembrandt
Er wordt niet vaak iets gezegd of geschreven over de methode van de filosoof. Het is natuurlijk vrij algemeen bekend dat de Logica een belangrijk deel is van de methodiek van de filosoof, maar verder verkeert het denken van de filosoof, hoewel hij op zoek is naar waarheid - gesymboliseerd door het licht - zich zelf in grote duisternis. En ook wanneer ik bij mezelf te rade ga: hoe denk ik? hoe kom ik op ideeën? hoe kom ik tot een samenhangend verhaal rondom een onderwerp, dan vind ik het ook moeilijk om dat te doorgronden.
Er is een naam voor het onderzoek dat zich bezig houdt met de kunst van het vinden: de Heuristiek. Ze zoekt dus de weg naar de manier waarop wij als mens tot gedachten komen, de manier waarop een mens zijn eigen gedachten vindt. Gaat het om vinden of om ontstaan? Volgens mij draagt het werkwoord vinden in zich dat het gezochte al bekend is, maar dat we het even kwijt zijn. Nieuwe ideeën waren naar mijn idee echter niet eerder aanwezig. Ze doen mij altijd een beetje aan Lampje van Willie Wortel denken, een soort eureka moment. Iets bedenken wat ik nog niet eerder bedacht heb, waardoor inzicht, begrip of verduidelijking ontstaat. Het werpt een nieuw licht op het zijn of niet-zijn. Nieuwe ideeën ontstaan dus, komen boven drijven, maar waren eerder niet bekend (ten minste niet voor de persoon) en kunnen derhalve niet gevonden worden.
Maar dat verandert nog niets aan het onderzoeksterrein van de heuristiek. Ze wil doorgronden hoe we als mens tot ideeën komen. En dat is eigenlijk best een interessant fenomeen. Ik weet het namelijk ook niet. Hoewel… Er zijn wel een paar stappen die ik altijd doorloop. Eentje daarvan is dat ik voor mijn fysieke en inmiddels ook virtuele boekenkast ga staan dralen en turen. En fysiek is dit makkelijker dan virtueel. De namen en de titels zetten dan allerlei deurtjes open in mijn hoofd waardoor de inhoud van de boeken komt bovendrijven er er allerlei associaties ontstaan, al dan niet gerelateerd aan het onderwerp. Zo blijf ik als het ware om het gezochte heen draaien en krijgt het haar eerste vorm, zij het vaak nog heel diffuus.
De associaties zetten weer aan tot een nieuwe zoektocht, waarbij ik opnieuw mijn boekenkasten raadpleeg en de boekenkasten van een ander betrek. Ik ga lezen en frommel al mijn gedachten in een mindmap en zo vormt zich dat wat ik nog niet wist.
Maar toch is dat niet de enige weg. Ik ken nog een andere weg: de weg van het schrijven, tekenenen en mindmappen. Gewoon gaan zitten en schrijven, en dan stromen er allerlei woorden uit mijn vingers. Woorden die samen zinnen vormen en die uiteindelijk een idee weergeven. Vaak zonder dat deze gedachten er eerder waren. Door erover na te denken, scherpen de gedachten zich weer aan, en komt de kern of de kernen bovendrijven.
En spelen mijn gemoedstoestanden en emoties hierbij ook een rol? Uiteraard! Hoewel ik nog niet zo goed weet op welke manier. Uit een boze Jacomijn ontspruit een andere tekst dan uit een blije Jacomijn; niet beter, niet slechter, maar duidelijk anders. De toon is ook anders. Een toon die ook later nog terug te vinden is, maar dan vaak niet als boos voelt, misschien wel en tikkeltje strijdvaardig. Vaker wordt mijn emotie gekenmerkt door nieuwsgierigheid, en een tikje gedrevenheid op resultaat. Nog vaker komen de meest bijzondere ideeën op terwijl ik juist niet meer bezig ben met het zoeken, maar ze ontstaan terwijl ik kook, het gezochte communiceer met anderen, aan het wandelen ben, of tijdens het autorijden naar mooie muziek luister.
Wat wellicht nog het meest bijzondere van dit proces is, is dat ik kan concluderen dat de methode niet tot een vastgesteld resultaat leidt. Wat er uit komt is bij voorbaat volstrekt onbekend. Al doende ontstaat er iets nieuws.
Het schilderij van Rembrandt bevat dus twee belangrijke aspecten van de de weg van de filosoof om te komen tot nieuwe gedachten, ideeën, die meer inzicht geven in het zijn en niet-zijn. Ze bevat namelijk het venster, het symbool van het ware en het goede, dat waarna de filosoof op zoek is. En ze bevat de methode, de weg van het zoeken: de wenteltrap. Door er omheen te draaien ontstaan inzicht en nieuwe ideeën. En net als bij de wenteltrap blijft de eindbestemming buiten zicht. Het is alleen raar dat Rembrandt er zo’n oude man bij geschilderd heeft, maar dat is waarschijnlijk omdat het anders zo’n leeg - en voor vele mensen - een betekenisloos schilderij zou worden.
Comments
Op vakantie in je hoofd
08/05/12 19:40
Deze column was de eerste column van het filosofisch café, gehouden in het park op woensdag 22 juli 2009. We hebben hem hier geplaatst omdat het min of meer weergeeft wat de achterliggende gedachten zijn van een filosofisch café.
“Deze eerste column, als inleiding van de pauze, gaat over het vrije denken. Ik hoop niet dat ik jullie hiermee afschrik maar wel dat ik je hiermee aanzet om iedere schroom te laten varen.
Het filosoferen onder een boom of al wandelend is een zeer oud fenomeen. Socrates wandelde in zijn dialogen, Erasmus zocht graag een buitenverblijf op. En wij zitten hier nu in het park. En toch geloof ik niet dat het buiten zijn nu zo noodzakelijk is. Het samen zijn echter wel. Denken is eigenlijk, zelfs als je het in je eentje doet, een dialoog. Al gauw nemen we in gedachten minstens twee rollen aan. We gaan de dialoog aan met onszelf. Samen zijn met anderen creëert een uitgebreidere dialoog. Een onverwacht samenspel zonder dat we het resultaat hadden kunnen voorspellen.
Hiermee is onze filosofie in het park een vorm van handelen, volgens de betekenis van Hannah Arendt. En toch heb ik hier wat moeite mee. Wellicht een beetje ambitieus maar toch. Zij stelt dat we in het handelen onszelf openbaren en dit ondersteunen we door te spreken. Juist in het denken, in het hardop denken en het vrijdenken zeggen we dingen die we niet bedoelen te zeggen, vertellen we verhalen die we niet ondersteunen, komen met standpunten die niet altijd die van ons zijn, en vaak bedenken we ons ook nog eens. Gedachten openbaren zich, maar vaak zonder de spreker prijs te geven. En dat is - denk ik - ook maar goed ook!
Filosofie vraagt om vrij denken, zonder aangezicht des persoons. Juist omdat we niet persoonlijk worden aangekeken op het door ons gesproken woord kunnen we zeggen wat we denken dat nodig is om tot nieuwe gedachten te komen. Mochten de gedachten ethisch bevraagd moeten worden, dan kan dat, maar wel los van de lopende gedachtegang. Normen veranderen en vrij denken vraagt om waardenloos denken, iedere norm mag, sterker nog: moet even van tafel om ruimte te laten voor de vrije gedachten. Dit betekent niet dat we moeten provoceren om te provoceren of dat we moeten spreken omdat we onszelf zo graag horen spreken. Het herhalen van eerder genoemde ideeën, zoals dit in de politiek wel gebruikelijk is, is ook niet zo zinnig, omdat we dan alleen maar in cirkels blijven rondlopen en deze willen we nu juist graag doorbreken. We hoeven ons echter nooit te schamen omdat we constructief willen bijdragen, ook al schijnen onze gedachten nog zo idioot, ze kunnen net dat stapje buiten de cirkel zetten, waardoor het nieuwe kan ontstaan.
En vrijheid van het denken vraagt dus wel degelijk om een buiten zijn. Misschien niet direct een ‘fysiek buiten zijn’, maar wel een ‘buiten je normale gedachten zijn’. Dus even buiten je standaard idee stappen, Je stokpaardjes vrij laten rondlopen, ruimte maken voor nieuwe gedachten en ideeën. Daarmee is filosoferen eigenlijk een beetje hetzelfde als op vakantie gaan. We creëren alleen niet een fysiek andere omgeving, maar wel een nieuwe denkomgeving.”
Auteur: Jacomijn Hendrickx
“Deze eerste column, als inleiding van de pauze, gaat over het vrije denken. Ik hoop niet dat ik jullie hiermee afschrik maar wel dat ik je hiermee aanzet om iedere schroom te laten varen.
Het filosoferen onder een boom of al wandelend is een zeer oud fenomeen. Socrates wandelde in zijn dialogen, Erasmus zocht graag een buitenverblijf op. En wij zitten hier nu in het park. En toch geloof ik niet dat het buiten zijn nu zo noodzakelijk is. Het samen zijn echter wel. Denken is eigenlijk, zelfs als je het in je eentje doet, een dialoog. Al gauw nemen we in gedachten minstens twee rollen aan. We gaan de dialoog aan met onszelf. Samen zijn met anderen creëert een uitgebreidere dialoog. Een onverwacht samenspel zonder dat we het resultaat hadden kunnen voorspellen.
Hiermee is onze filosofie in het park een vorm van handelen, volgens de betekenis van Hannah Arendt. En toch heb ik hier wat moeite mee. Wellicht een beetje ambitieus maar toch. Zij stelt dat we in het handelen onszelf openbaren en dit ondersteunen we door te spreken. Juist in het denken, in het hardop denken en het vrijdenken zeggen we dingen die we niet bedoelen te zeggen, vertellen we verhalen die we niet ondersteunen, komen met standpunten die niet altijd die van ons zijn, en vaak bedenken we ons ook nog eens. Gedachten openbaren zich, maar vaak zonder de spreker prijs te geven. En dat is - denk ik - ook maar goed ook!
Filosofie vraagt om vrij denken, zonder aangezicht des persoons. Juist omdat we niet persoonlijk worden aangekeken op het door ons gesproken woord kunnen we zeggen wat we denken dat nodig is om tot nieuwe gedachten te komen. Mochten de gedachten ethisch bevraagd moeten worden, dan kan dat, maar wel los van de lopende gedachtegang. Normen veranderen en vrij denken vraagt om waardenloos denken, iedere norm mag, sterker nog: moet even van tafel om ruimte te laten voor de vrije gedachten. Dit betekent niet dat we moeten provoceren om te provoceren of dat we moeten spreken omdat we onszelf zo graag horen spreken. Het herhalen van eerder genoemde ideeën, zoals dit in de politiek wel gebruikelijk is, is ook niet zo zinnig, omdat we dan alleen maar in cirkels blijven rondlopen en deze willen we nu juist graag doorbreken. We hoeven ons echter nooit te schamen omdat we constructief willen bijdragen, ook al schijnen onze gedachten nog zo idioot, ze kunnen net dat stapje buiten de cirkel zetten, waardoor het nieuwe kan ontstaan.
En vrijheid van het denken vraagt dus wel degelijk om een buiten zijn. Misschien niet direct een ‘fysiek buiten zijn’, maar wel een ‘buiten je normale gedachten zijn’. Dus even buiten je standaard idee stappen, Je stokpaardjes vrij laten rondlopen, ruimte maken voor nieuwe gedachten en ideeën. Daarmee is filosoferen eigenlijk een beetje hetzelfde als op vakantie gaan. We creëren alleen niet een fysiek andere omgeving, maar wel een nieuwe denkomgeving.”
Auteur: Jacomijn Hendrickx