Filos Verslag

Tijd

Tijd

Als thema stond ‘de tijd’ centraal. Een onderwerp dat leidde tot een levendige uitwisseling van gedachten. Met name de vraag of tijd nu wel of niet een zelfstandig bestaand iets is, leidde tot de nodige argumenten voor en tegen. Ook de vraag of het eeuwige (of de eeuwigheid) bestaat viel niet eenvoudig eenduidig te beantwoorden.

Er zijn allerlei vragen aan bod gekomen, zoals:
Is tijd een ‘iets’ in de werkelijkheid, wat ook bestaat als de mens er niet meer is?
Is tijd een menselijke constructie? Als tijd een menselijke constructie is, welke problemen lost het fenomeen tijd dan op? Is het een goede oplossing of is het een gedrocht?
Is tijd een gevolg van het menselijk besef dat we tijdelijk/sterfelijk zijn?
Is tijd hetzelfde als een biologische klok zoals iedere mens deze lijkt te bezitten?
Is duur een synoniem voor tijd?
Is er een relatie tussen tijd en eeuwigheid?
Als de tijd een constructie is, is de eeuwigheid dat dan ook?
Zijn tijd en ruimte inwisselbaar?
Bestaat de tijd eindelijk wel, er is toch alleen maar een nu? Ook herinneringen vinden in het heden plaats. Het hebben van een herinnering is geen onomstotelijk bewijs dat er zoiets is als een verleden.
Toont tijd zich als weerslag van veranderingen? Alleen als we veranderingen zien, zien we dat de tijd verstrijkt.
Gaat de tijd voor iedereen even snel?

We spraken over ervaringen zonder tijd en ruimte
Mensen kennen allerlei ervaringen zonder besef van tijd en ruimte, bijvoorbeeld heel indringende voorstellingen in het theater, of heel bijzondere muzikale voorstellingen. Maar ook in het lezen of studeren kan de tijd vliegen of juist stilstaan. Wanneer je moet wachten, zonder dat de wereld om je heen verandert (en er dus ook geen klok) aanwezig is, dan verlies je ook al gauw een gevoel van tijd.

We lieten ons inspireren door het denken van verschillende filosofen over tijd:
Nishida - tijd maakt het ons mogelijk om tegenstrijdige ideeën en ervaringen met elkaar te verenigen. Wanneer we van mening veranderen, dan kunnen we de twee verschillende meningen met elkaar verenigingen door te zeggen ‘vroeger dacht ik er zo over, maar nu denk ik daar anders over’.
Bergson - tijd en ruimte zijn inwisselbaar: je kunt naar een groep mensen kijken of naar de individuen afzonderlijk. Het kijken naar de groep is kijken naar de ruimte, het kijken naar de individuen afzonderlijk is kijken naar de tijd. Wanneer je naar de groep kijkt, dan kun je het individu in de groep niet zien, wanneer je naar een individu kijkt, dan verdwijnt de groep.
In de concrete ervaring zijn ruimte en tijd niet aanwezig.
Aristoteles - als er geen veranderingen zichtbaar zijn, dan lijkt de tijd stil te staan (tijd is een afgeleide van verandering - een afgeleide van voor en na, eerder en later en tegelijkertijd)
Volgens de empiristen kunnen we helemaal niet vaststellen dat de ene biljartbal de andere biljartbal in beweging zet. Het is ons geheugen, die van de momentopnamen een oorzaak en gevolg maakt.
Kant - tijd en ruimte gaan aan ons denken en waarnemen vooraf (ze zijn a-priori). Zonder een besef van tijd en ruimte kunnen we niet waarnemen en niet denken. We hebben het nodig om dingen naast en/of na elkaar te plaatsen. Tijd en ruimte zijn een voorwaarde om te kunnen ordenen en dingen te onderscheiden.
Spinoza - alles heeft een duur (begin en eind), behalve het eeuwige. De tijd is een constructie om de duur te kunnen vaststellen.
Comments

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en geanonimiseerd.

Aristeia maakt dit mogelijk